In de praktijk zie ik veel ondernemers worstelen met het vraagstuk: “Moet ik blijven ondernemen vanuit een eenmanszaak of toch overstappen naar een BV?”.
Laten we dieper ingaan op de drie belangrijkste afwegingen bij deze keuze: aansprakelijkheid, financiën en continuïteit.
Aansprakelijkheid
Een eenmanszaak is relatief eenvoudig op te zetten en vergt weinig administratieve verplichtingen. Daar staat tegenover dat de eigenaar van een eenmanszaak persoonlijk aansprakelijk is voor de schulden van het bedrijf. Dit betekent simpel gezegd dat schuldeisers aanspraak kunnen maken op privébezittingen. Als je bedrijf schulden maakt of failliet gaat, kunnen je privébezittingen, zoals je huis of spaargeld, worden opgeëist door schuldeisers. Dit brengt risico’s met zich mee, vooral als je in een branche actief bent waar veel kapitaal nodig is of waar aansprakelijkheidsclaims vaak voorkomen.
Een BV heeft slechts beperkte aansprakelijkheid. Als eigenaar ben je niet persoonlijk betrokken verantwoordelijk voor de schulden van het bedrijf, tenzij er sprake is van wanbeheer of fraude. Voor ondernemers die aanzienlijke risico’s nemen, kan dit een gevoel van zekerheid bieden. Bovendien kun je met een slimme BV-structuur waardevolle activa beschermen tegen mogelijke claims of faillissement.
Financiën
Naast aansprakelijkheid speelt financiële overweging een cruciale rol. Een eenmanszaak biedt enkele belastingvoordelen, zoals de zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-winstvrijstelling. Deze voordelen verminderen de belastingdruk in de lagere belastingschijven van box 1.
Door de sterke toename van het aantal zzp’ers de afgelopen jaren heeft de overheid deze aftrekposten flink teruggeschroefd. Dit maakt de financiële voordelen van een eenmanszaak beperkter dan voorheen.
Bij een BV verschuift de belastingdruk van box 1 naar box 2. Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een BV moet zichzelf een salaris uitkeren, dat belast wordt in box 1. Dit salaris komt echter niet in aanmerking voor aftrekposten. Toch biedt een BV een belangrijk voordeel: de mogelijkheid om winst in de BV te houden of als dividend uit te keren.
Winst die je niet uitkeert als salaris of dividend blijft in de BV en wordt belast tegen het vennootschapsbelastingtarief van 19% (tot €200.000 winst). Wordt deze winst later als dividend uitgekeerd, dan betaal je nog 24,5% dividendbelasting, wat een gecombineerd belastingtarief van ongeveer 38,8% oplevert. Dit is aanzienlijk lager dan het toptarief van 49,5% in de hoogste schijf van box 1. Waar eenmanszaken jaarlijks over de volledige winst belasting betalen, kunnen DGA’s strategisch inkomen spreiden tussen box 1 en box 2 of zelfs volledig in de BV houden. Dit biedt mogelijkheden om belasting te besparen.
Continuïteit
Een ander aspect om te overwegen is de continuïteit van je bedrijf. Een BV heeft rechtspersoonlijkheid en blijft bestaan, zelfs als jij als eigenaar stopt. Dit maakt het eenvoudiger om je bedrijf over te dragen, bijvoorbeeld aan een koper of aan je kinderen.
Bij een eenmanszaak ligt dit complexer, omdat de onderneming direct aan jou als persoon is gekoppeld. Met een BV kun je een deel van je aandelen verkopen zonder dat dit de dagelijkse bedrijfsvoering verstoort. Dit biedt flexibiliteit, vooral als je overweegt om op termijn je bedrijf te verkopen of een opvolger te vinden.
Praktijkvoorbeelden
Voorbeeld 1
Een ondernemer heeft een winst van €90.000 en een fiscaal partner die niet meewerkt in het bedrijf en verder geen inkomen heeft. De ondernemer heeft recht op startersaftrek en een DGA-salaris van €56.000 is aanvaardbaar. De extra administratieve kosten van een BV bedragen €1.500 per jaar.
In een eenmanszaak betaalt deze ondernemer alle belasting in box 1, wat leidt tot een belastingdruk van €30.127. Bij een BV wordt een deel van de winst belast in box 1 (via het DGA-salaris) en de rest in box 2 (als dividend). Dit verlaagt de belastingdruk tot €29.732. De ondernemer houdt netto €395 meer over in de BV. Dit bedrag kan verder oplopen als de winst in de BV blijft, waardoor slechts 19% vennootschapsbelasting wordt betaald.
Voorbeeld 2
Een ondernemer behaalt een winst van €130.000, heeft geen fiscaal partner en geen recht op startersaftrek. Een DGA-salaris van €56.000 is aanvaardbaar en de jaarlijkse administratieve kosten zijn €1.500 hoger voor de BV.
In dit geval betaalt de ondernemer in een eenmanszaak €52.111 aan belasting. Bij een BV daalt dit naar €48.784, een besparing van €3.327. Bovendien wordt in dit voorbeeld €74.000 aan dividend uitgekeerd. De ondernemer kan ervoor kiezen om dit bedrag niet als dividend uit te keren, maar om dit bedrag in de BV te laten. De ondernemer betaalt slechts 19% vennootschapsbelasting en er kan €59.940 bijgeschreven worden in de BV. Dit biedt extra mogelijkheden om vermogen op te bouwen.
Wanneer overstappen?
Het omslagpunt waarbij een BV financiële voordelen biedt, ligt tegenwoordig lager dan veel ondernemers denken. Zoals hierboven beschreven kan dit punt zelfs onder de €100.000 winst liggen. Dit is aanzienlijk lager dan het bedrag dat vaak als vuistregel wordt gehanteerd.
Naast financiële overwegingen speelt ook de mate van risico een rol. Loop je aanzienlijke aansprakelijkheidsrisico’s, dan kan het verstandig zijn om eerder voor een BV te kiezen. Het is belangrijk om je persoonlijke situatie en bedrijfsdoelen zorgvuldig in kaart te brengen om de juiste keuze te maken.
Conclusie
Door zowel persoonlijke als financiële variabelen mee te nemen, kan een goed onderbouwde keuze worden gemaakt tussen een eenmanszaak en een BV. Zowel korte- als langetermijndoelen spelen hierbij een belangrijke rol. Iedere ondernemer is uniek, en daarom is het slim om jouw situatie en plannen grondig door te rekenen. Een goed plan kan immers niet alleen rust, maar ook veel financieel voordeel opleveren. Wij kunnen helpen met het maken van een financieel plan op maat om jou als ondernemer hierin te begeleiden.
